Nergens hangen de wolken zo laag

NERGENS HANGEN DE WOLKEN ZO LAAG

Wolken boven Erik’s Fjord

nergens hangen de wolken zo laag
als in Qassiarsuk. Een band vormen zij
tussen rotsen en grazige heuvels
onzichtbaar zijn de blatende schapen

in lange rij schuiven wolken langs
de vochtige stenen van hoeve Brattahild
eens sliep men hier rond het vuur
water bevroor in tinnen ketels

er was geen vogelvrij maar vrijheid,
een veilige haven, mals gras,
ademruimte, wild en vis bij de vleet
en Erik de Rode als hoogste hoofdman

maar hoor hoe in de bemoste kapel
nog steeds de echo klinkt van heimwee en
vrouwentranen als druppels zo licht
dat zij tot grijswitte wolken verdampen

zo lang geleden. Nog steeds schuiven
wolken laag langs een steiger, een
zanderig pad, ronden Erik’s fjord.
Spinnen traag hun lint van verlangen.