ZANGER-VERTELLER
Ze zagen hem vanuit de verte aankomen
de sneeuwbedekte verte, de koude verte
en ze maakten plaats bij het vuur,
schonken boter bij de thee, vulden
leren zakken met arak
en hij kwam, de vreemdeling,
zanger, verhalenverteller met zijn
viool. Hij zette zich in hun kring
en na een goede slok sloeg hij de
snaren aan, schraapte zijn keel en
zong-vertelde het verhaal van een
op leven en dood strijdende helden
zon blonk in hun scherp
gewette zwaarden, in hun dolken
Ze luisterden, de mannen,
de vrouwen. Ze zagen de strijd,
voelden aderen vol adrenaline,
hielden hun adem in wanneer
de verteller de hoofdman
uit het zadel liet vallen, een zwaard
scherp op zijn keel. En zuchtten
wanneer hun held ontkwam
zagen wimpels van triomferende
strijders. Zagen buitgemaakte
vrouwen en mannen
Arak ging rond
Toen het vuur doofde,
de zanger eindelijk zweeg en
zich in zijn dikke mantel wikkelde
droomden de mannen, de vrouwen,
de kinderen van de veldslag
dreven hun paarden voort
schoten hun pijlen
hun zwaarden ketsten tegen
zwaarden, trommels roffelden
Ze sliepen, maar diep van binnen
klonken klanken van viool
zong een donkere stem
wondere verhalen van
helden en strijd.